Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar Ik heb [enige] weinige dingen tegen u, [43]dat gij aldaar hebt, die de lering [44]van Balaam houden, die Balak leerde den kinderen Israels een aanstoot voor te werpen, opdat zij zouden afgodenoffer eten en hoereren. 43. Dat is, onder u nog laat verkeren en leren, gelijk vs.20 wordt verklaard, zonder die door de macht van den kerkelijken ban uit het midden van u te weren; gelijk het tegendeel hiervan tevoren was geprezen in den engel der gemeente van Efeze vs.2. 44. Namelijk waarvan de historie Num.222324, beschreven is; die, daar hem God niet toeliet de Israelieten te vloeken, aan Balak den koning der Moabieten ried, dat hij hen zou verlokken tot hun afgodische maaltijden, en tot hoererij door enige dochters en vrouwen, die hij in het leger der Israelieten heeft gezonden, gelik te zien is Num.25:1, enz., vergeleken met Num.31:16; opdat zij zo in Gods ongenade zouden mogen vervallen, gelijk geschied is. Hetwelk een gans duivelse raad was, tegen welke soorten van mensen Petrus in zijn tweeden zendbrief en ook Judas hebben geschreven.